Openbaar vervoer in Panama
Panama heeft een verbazingwekkend transport systeem. We nemen tenminste aan dat er een systeem in zit, hoewel wij dat nog niet ontdekt hebben.
We hadden al gemeld dat Panama stad erg lawaaiig is en dat taxis elke voetganger zien als een potentiële klant en even toeteren om de aandacht te vragen. In het commerciële gedeelte rondom ‘onze’ wijk “bancaria” – is ongeveer 1 op de 3 auto’s een taxi en die rijden rondjes op zoek naar klanten. Er wordt dus nogal wat afgetoeterd. Dit is bepaald onzinnig vinden wij, want potentiele klanten staan meestal stil en doen een poging met een handgebaar om een taxi tot stoppen te overwegen.
Als ik, Loes, alleen in de stad loop dan komt er een variatie op de gewone toeter bij en dat is dan een soort mechanische vervanging van het nafluiten. Taxi’s rijden dan ook langzamer en soms komt er zelfs het woordelijke verzoek bij: “No quieres un taxi, babe?” (Wil je geen taxi, liefje?).
Vanwege al dat gespeur naar klanten rijden lege taxis niet erg snel en als ze eindelijk een klant hebben, dan stoppen ze rustig midden op de weg om de klant te laten in- of uitstappen. En dan verliezen andere weggebruikers weleens het geduld en laten ze een ongeduldig TUUUUUT horen. Ze toeteren ook met zijn allen als het verkeer gewoon druk is, of vast lijkt te zitten. De nadruk ligt hier op ‘lijkt’, want meestal is er gewoon een rood verkeerslicht. Hoe dan ook, Panamezen zijn dol op auto’s en veel gezinnen hebben voor elke volwassene in het gezin een auto. Efficient is anders, maar de benzine is ook relatief goedkoop – 2$90 per gallon (1 gallon is ongeveer 3.78 liter)... Er lopen ook mensen, maar dat is toch minder gewoon dan in Maputo.
Tussen de taxi’s rijden ook bussen. Panama heeft heel veel bussen en in de stad nog meer. Er is zelfs een super georganiseerd busstation Albrook. Dat is gebouwd volgens het vliegtuighallen systeem met aankomst op de 1e verdieping en vertrek op de begane grond. Aan de ene kant vertrekken de stadsbussen en de taxis op tamelijk onordelijke wijze, maar wachtende klanten willen nog wel gewoon in een rij gaan staan. Het stadsbussensysteem is erg vergelijkbaar met de chapa’s in Mozambique. Voor een kwartje (spreek uit: kwarra) kun je mee op een vaste route en eraf, bijna bij elke kruising. Anders dan in Mozambique zitten de bussen meestal niet tjokvol, want er zijn er teveel. De bussen zijn oude Amerikaanse schoolbussen die een ‘customised paintjob’ hebben gehad.
Aan de andere kant van de Albrook hal vertrekken de ‘interliners’ op meer georganiseerde wijze: Er zijn balies voor kaartverkoop en ‘pieren’ met ‘gates’ voor het intercity verkeer. Elke bestemming heeft zijn eigen pier en gate. Alleen de passagiers kunnen de pieren op en voor dat voorrecht moet je dan weer 5 cent betalen en door een automatisch hekje (zoals bij metrostations). In de provinciestadjes staan net zulke busstations, alleen wel een beetje kleiner.
De maat van de bussen varieert van minibus tot luxe coaches. Die laatsten doen meestal de lange afstanden. Als je mee wilt, moet je je daar goed op voorbereiden.Ten eerste moet je een dikke trui of jas meenemen want de airco staat op maximaal en kan niet lager gezet worden. Vandaag ontdekten we dat oordoppen ook zijn aan te bevelen, want de radio kan ook alleen maar keihard aan en daar komt je MP3 of iPod niet bovenuit. In sommige bussen laten ze ook keiharde actiefilms zien (16 jaar en ouder) op de video dus het kan handig zijn om ook een blinddoek mee te nemen.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home