Panamagie

Deze weblog gaat over onze emigratie ervaringen (2006 - 2011). We hebben een herbebossings en toerisme bedrijf. We ontvangen gasten in onze bed en breakfast en bos-tuin. Zie www.hotelheliconiapanama.com Voor de tuin, zie: www.tanagertourism.com Ecotoerisme is belangrijk - ECO betekent voor ons 'Ecological and Community Oriented'. Nieuwe blogs met meer fotos, zie: www.panamagic.wordpress.com Volg ons ook op facebook: Heliconia Inn e-mail naar: tanagertourism@gmail.com

vrijdag, januari 19, 2007

Bocas del Toro

Panamá heeft nog verschillende gebieden waar we veel over horen maar waar we nog niet geweest waren. Een van die gebieden is Bocas del Toro, in het noorden en aan de Caribische kust. Wat we vooral veel hoorden is dat daar veel toeristen heen gaan en dat het er heel erg mooi is... Wat we ook weten dat het er erg veel regent, tussen de 3000 en 4000 mm per jaar. Bocas heeft een nat seizoen en een nog natter seizoen. Reden genoeg vopor ons om daar niet te gaan wonen.

Vrienden van ons in Mozambique hadden ons in contact gebracht met Karen en John Wagner, vrienden van hen die sinds 6 weken voor enkele maanden in Bocas wonen en (vrijwillig) werken... en als er werkelijk zoveel toerisme daar was, dan moesten we dat maar eens gaan uitzoeken. Dus zijn we vorige week (10 januari) op weg gegaan naar Bocas.

Het was fantastisch zonnig weer toen we rond 8 uur vertrokken. De Panamerican highway (afgekort in het spaans als C.P.A) was niet te druk en na twee-en-half uur waren we bij de afslag om de bergen over te gaan. Het was nog steeds helder en we konden de verschillende bergtoppen goed zien. We kwamen langs een bord dat aangaf dat de “continental divide” (waterscheidingslijn voor de afwatering naar de twee verschillende oceanen) op 1100 m lag. Hier en daar zijn we gestopt om rond te kijken – mooie uitzichten en vele orchideeen bloeiden als onkruid langs de weg. Het bos is erg groen en welig en vol met bromelias, mossen, lianen en ander groen. Vogels waren lastig te zien. Bij de afdaling kwamen we langs het Fortuna stuwmeer en enkele kleine watervallen. Al met al duurde het al gauw ruim 4 uur voor we in de havenplaats Almirante waren.

We hebben weer wat foto’s in een yahoo album gestopt en u kunt hier klikken voor de link:
http://pg.photos.yahoo.com/ph/loesroos/album?.dir=/afd1re2&.src=ph&.tok=phCnUKGBUpL5OBUs

Bocas del Toro is de naam van de provincie en de hoofdstad, Bocas, ligt op het eiland Colon. Er zijn nog vele eilanden en de meeste eilanden zitten vol met 10 tot 20 m hoog mangrove bossen die overgaan in gewoon nat oerwoud. Er wonen veel inheemse mensen van de stam Ngobe Bugle. Het deed ons goed te zien dat ze hier anders dan in Veraguas, meestal niet met van die ‘traditionele ex-missie soepjurken’ rondliepen.
Hun huizen zijn interessant: alles op palen en eigenlijk niet eens boven land. Het getijde verschil aan de Caribische kust is minder dan een halve meter en door de eilanden voor de kust is het allemaal erg kalm. Aan het eind van een bruggetje een wat minder fraaie gewoonte: een wc-met-gat-boven-water...

Er is vreselijk veel bootverkeer, meestal gemotoriseerd, maar ook veel brede en smalle boom kano’s. Voor 3 dollar per persoon werden we met een 200 pK motor in 20 minuten naar het eiland Colon gebracht, waar Karen ons verwelkomde. Omdat alle goedkope en middeklasse hotels (in prijs, niet eens in kwaliteit) vol zaten – jawel, hoogseizoen! – gingen we bij Karen, John, Ray en Clara logeren.

De volgende morgen wilden we met een bootje naar het vogeleiland gaan, maar helaas, het was zwaar bewolkt en regenachtig... als alternatief verkenden we Bocas stad (met ongeveer 5000 inwoners en heerlijk weinig auto’s), en bezochten we de spaanse school. We wisten al dat die gerund werd door een Nederlandse (link: spanish by the sea). We kunnen daar tezijnertijd onze folders ophangen en wie weet kunnen we haar cursisten bij ons vrijwillig laten werken als onderdeel van spaanse conversatie lessen... In Bocas wordt namelijk papiamento en veel engels gesproken.

Men staat laat op in Bocas, zeker als het ’s nachts weer giet van de regen. Loes moest op de vrijdag even werken (in een internet cafe voor een mogelijke nieuwe consultancy job in Mozambique...), en toen het droog maar nog bewolkt was gingen we daarna met de aluminium kano van de spaanse school even varen naar de vlindertuin. Luis leidde ons daar rond, en Vuzi, de aracari (klein soort toekan) verstoorde regelmatig zijn praatje. Luis werkt samen met een Belg en die twee zijn al enkele jaren bezig om zich voor te bereiden voor de commerciele kweek van vlinders – als het nou nooit wat wordt met toeristen in Malena, dan kunnen wij – in een joint venture met hen – ons hier mogelijk ook mee bezig houden. We zullen zien. Ideeen te over! Maar rupsen vreten zich wel een ongeluk. De rupsen van de veel verschillende mooie heliconia vlinders eten vooral heel veel verschillende passiebloemplanten, en daarvan hebben wij, voor zover we weten, er pas een soort op ons land.

’s Middags deden we de rondleiding bij het Smitsonian Institute met een stel locale kinderen en de familie. John werkt daar als vrijwilliger met educatie (link naar zijn website???), en direct daarna vertrokken wij met een watertaxi naar het eiland bastimentos, waar we bij Beverlys’ gingen slapen. Bastimentos dorp is een verkleinde minder commerciele versie van Bocas en er zijn geen auto’s want er is slechts een padweg tussen de paar rijen huizen. Het is wat meer pittorisk. De pizza was geweldig, maar ’s nachts kwam er weer heel veel regen en dat zette behoorlijk door.

Bij Tio Tom, een Duitser die al jaren op Bastimento woont aan het water, ontmoette we de familie Wagner die volledig in regenkledij klaar was voor onze jungle tocht (ze konden niet overnachten omdat ze thuis baby oppossums moeten voeden).
Tio Tom was niet blij met het weer. Ondanks de zware luchten en buien gingen we tijdens een opklaring op pad met de uitgeholde boom naar een andere kant van hetzelfde eiland (of een ander eiland?). Via een oude cacao plantage kwamen we als snel in de jungle en zagen we onze eerste wilde “rode kikker”. Hoewel Tom ons verzekerde dat we er meer zouden zien werd er toch druk gefotografeerd, het is tenslotte een uitstervende soort. De kikkertjes zijn er in vele soorten en kleuren, per eiland verschillend, en wij zagen vooral de oranje en de iets rodere variant, naast nog enkele andere soorten die bruinig zijn.

De kikkertjes worden vooral bedreigd door de economische ontwikkelingen in de regio. Door het tourisme staat het regenwoud erg onder druk. Er wordt steeds meer woud gekapt om ruimte te maken voor vakantiehuisjes en hotels, om constructiemateriaal te verkrijgen en om voedslet e telen voor de touristen en de Panamezen. Eén van de grootste projecten in het gebied heet Red Frog Beach. De lokale mensen refereren ernaar als Dead Frog Beach. Die naam klinkt minder aantrekkelijk, maar ligt helaas een stuk dichter bij de waarheid.

Toen we bijna bij de grotten waren bleek dat iemand een groot stuk oerwoud geveld had, waarschijnlijk voor een beetje landbouw... de ingang naar de grotten was ontoegankelijk geworden en Tio Tom verloor zijn animo. Het begon ook te plenzen en het enige wat we konden doen was enkele orchideeen van omgehakte oerwoudreuzen mee te nemen en afscheid nemen van kikkers die hun huis kwijt waren...
Bocas is leuk, maar dan vooral als je veel doorweekte toeristen wilt z

1 Comments:

At 5:15 a.m., Anonymous Anoniem said...

hi everybody

I figured it would be a good idea to introduce myself to everyone!

Can't wait to get to know you all better!

-Marshall

Thanks again!

 

Een reactie posten

<< Home