Panamagie

Deze weblog gaat over onze emigratie ervaringen (2006 - 2011). We hebben een herbebossings en toerisme bedrijf. We ontvangen gasten in onze bed en breakfast en bos-tuin. Zie www.hotelheliconiapanama.com Voor de tuin, zie: www.tanagertourism.com Ecotoerisme is belangrijk - ECO betekent voor ons 'Ecological and Community Oriented'. Nieuwe blogs met meer fotos, zie: www.panamagic.wordpress.com Volg ons ook op facebook: Heliconia Inn e-mail naar: tanagertourism@gmail.com

vrijdag, maart 21, 2008

Een weekeinde Coiba

Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk is het ons gelukt om naar het eiland Coiba te gaan. Coiba is wereldberoemd in heel Panama. Het eiland heeft tientallen jaren gediend als een gevangenis, het Alcatraz van Panama zeg maar. Alleen schijnen er veel meer gevangenen ontsnapt te zijn; hoeveel is ons niet verteld. De uitbrekers groeven een tunnel en hakten een Balsa boom om en gebruikten die om naar het vaste land te drijven/zwemmen. Nu schijnen er nogal wat haaien in de wateren rond Coiba te zwemmen en ontsnapte gevangenen melden zich gewoonlijk niet bij de autoriteiten als ze aan wal komen, dus hoeveel er het vasteland gehaald hebben is onbekend. Tegenwoordig is Coiba een Nationaal Park en het is recent ook uitgeroepen tot een Wereld Erfgoed.

Wij (Loes, Rob en Kees) gingen samen met Cecil en John (Amerikaans), Hilda en Conny (Panamezen) en Julie (een ‘zonian’, in de kanaalzone geboren). Een nogal gevarieerd gezelschap. Cecil is bezig met het verkopen van plots aan zee in Quebro, John wil diepzeevissen gaan organiseren voor Amerikanen, Hilda is de vriendin van Cecil, Conny een vriendin van Hilda en Julie de vriendin van John. En wij kennen Cecil vrij goed.

Naar Coiba gaan is niet goedkoop, maar een beetje grote groep verlaagd de kosten. Alleen al de boot en de benzine kostten U$ 550, dan is er entree van het park, de slaapplaats en al het eten moet van het vaste land komen! Maar het is echt het geld waard want Coiba is schitterend. We vertrokken vanuit Puerto Mutis en zijn door de ook al fraaie golf van Montijo gevaren dan bij Santa Catalina om de hoek en afzakken naar het zuiden. Er is daar aan de kust nog heel veel fraaie jungle. Dichterbij Coiba nam de beestenboel toe en zagen we stormvogels, drie soorten sterns, en een groep gevlekte dolfijnen en een zeilvis. Die joegen allemaal op vliegende en allerlei andere vissen die door de boot opgeschrikt werden.

Coiba is vooral heel idilisch mooi, omdat het wordt omringd door nog veel meer kleinere eilandjes die zo in reclame en reisfolders passen. Bijna cliché die witte stranden, blauwe zee met koraalriffen in heel helder en warm water, kokospalmen, oerwoud, dolfijnen en zeeschildpadden in het water. Coiba zelf, zo´n 600 km² groot, is (nog) niet erg toegankelijk, er zijn nu slechts drie paden, elk korter dan 1 km en één is zo goed als onbegaanbaar. De eerste dag hebben we met zijn allen gezwommen bij het eilandje ‘Granito de Oro’. Er zwemmen daar heel wat soorten vis rond. Loes en ik hebben rondom het eiland gesnorkeld en nog een school kleine barracuda’s gezien, dat was echt geweldig. Loes ging met Rob nog een keer rondom enkele rotsen snorkelen naast het eiland en bleek later stevig verbrand.

We vergaten helemaal de tijd en toen we terug gingen naar een ander strand bleek dat het getij wel heel veel gestegen was en waren enkele achtergelaten spullen gaan drijven.Vooral Rob heeft waardevolle spullen afgegeven aan de zee. Mocht u tijdens uw volgende strandwandeling een portemonnee met US dollars tegenkomen, dan is die dus van Rob. Hij wil hem graag terug.

De volgende dag hebben we het pad naar de thermale bronnen gewandeld. Loes en ik hebben de bronnen niet gehaald (op 50 m na) omdat we het veel te druk hadden met kijken naar vogels, bomen en bloemen. Volgens de anderen was het niet heel erg bijzonder, alhoewel sommige poelen wel erg heet waren. Daarna hebben we de overblijfselen van de gevangenis bekeken. Uiteraard stond er op de gebouwen niet ‘gevangenis’ maar ‘rehabilitatiecentrum’. Wij vonden dat de gevangenen het niet slecht hadden ondanks dat ze waarschijnlijk met teveel in een cel zaten was er veel licht en lucht in de hokken met vooral tralies. Het extra beveiligde gedeelte had ook acht betonnen stapelbedden. En er was een prachtig uitzicht vanuit de eetzaal.

Wij maakten ons bij het zwemmen niet zozeer zorgen om haaien als wel om ‘Tito’. Tito is een ruim vier meter lange amerikaanse krokodil. Hij/Zij heeft een glimlach met een heleboel hele grote tanden en woont aan één van de twee stranden vlakbij het kamp. Hij wordt gevoerd en schijnt nog nooit een toerist lastig gevallen te hebben, maar wel zijn verzorger...
En een van de nog vier gevangenen op Coiba (die de politie nu helpt in hun kamp) is bezig om de volgende generatie krokodil “tam” te maken.