Panamagie

Deze weblog gaat over onze emigratie ervaringen (2006 - 2011). We hebben een herbebossings en toerisme bedrijf. We ontvangen gasten in onze bed en breakfast en bos-tuin. Zie www.hotelheliconiapanama.com Voor de tuin, zie: www.tanagertourism.com Ecotoerisme is belangrijk - ECO betekent voor ons 'Ecological and Community Oriented'. Nieuwe blogs met meer fotos, zie: www.panamagic.wordpress.com Volg ons ook op facebook: Heliconia Inn e-mail naar: tanagertourism@gmail.com

zondag, maart 18, 2007

Zelf Knutselen

We timmeren zelf ook, dat wil zeggen: Kees timmert. Als je een stuk land hebt dan moet je vanzelf wel handig worden. We hebben inmiddels een prachtige compost bak en op verschillende plaatsen op het land, zijn nu ook met planken en paaltjes traptreden gemaakt en natuurstenen ‘tegels’ gelegd om erosie op de paden of bij water te voorkomen en één en ander toegankelijker te maken. Kees had ook al een pergola in elkaar getimmerd met schaduwdoek erover voor de jonge boompjes, onze ‘kwekerij’.

Binnenkort gaan we aan een nieuw project beginnen: Er moet minsten één loopbruggetje over ons stroompje komen. Voorlopig is Kees vooral bezig met nadenken en moed verzamelen, want dat wordt nog een heel getimmer. Ook moet er nog een stevige werkbank gemaakt worden. We hopen binnen afzienbare tijd de electriciteit aan te sluiten bij het huis (dat wordt misschien nog wel een ander verhaaltje...) en dan is een werkbank waar je met electrisch gereedschap veilig en stabiel kunt werken wel verrekte handig. Ondertussen gebruiken we het achtergelaten meubilair: Loes een oude achtergelaten tafel en Kees het bankje buiten.

Zie fotos in het album ...
http://pg.photos.yahoo.com/ph/loesroos/album?.dir=/ec88re2&.src=ph&.tok=phUnHdGBDwR_UgvK


Een ander project dat op de lijst staat is het metselen van een natuurstenen muurtje van ongeveer één meter hoog en driehonderd meter lang aan de voorkant van ons terrein. Dat ziet er toch vriendelijker uit dan prikkeldraad en het houdt ook eventuele branden die in de berm beginnen tegen. Het zal de grote bomen die nu als levende paal in het prikkeldraad staat moeten laten staan en het geheel moet er naast vriendelijk ook nog een beetje natuurlijk uitzien en de kleine fauna, zoals hagedissen, neusberen en ander grut, moeten er zelfs kunnen wonen of gemakkelijk overheen kunnen klimmen. Voor koeien moet het echter een onoverkomelijke hindernis worden.

Loes werkt ook tegen erosie. Omdat er jarenlang koeien hebben gelopen op het land zijn er overal geulen gelopen. Die geulen zijn soms wel een halve meter diep en gevoelig voor erosie omdat al het regenwater hierin samenkomt en de grond daar niet begroeid is. Als het dan regent dan stroomt het water daar met een rotgang doorheen en neemt nog meer grond mee in plaats van keurig in ons land te zinken. Onze natuurlijke anti-erosie maatregelen bestaat vooral uit het bedekken van de grond in die geulen en het plaatsen van obstakels om de stroomsnelheid te verminderen. Daarvoor verslepen we stukken tak, grote keien, puin uit de tuin, oude kokospalm bladeren (hier ongeschikt bevonden voor daken!) en veel gras. In een enkel geval vullen we de geul op met grond die we elders uitgraven en planten er gauw een boompje in. Dat gaan we meer (laten) doen tijdens de regens.

Omdat de droge tijd langer en droger is dan we dachten, willen we de natuurlijke watervoorziening verbeteren. Op dit moment loopt er een klein beekje door het terrein dat nu bijna helemaal is droog gevallen. Alleen een stuk dat we al wat uitgediept hebben, bevat nog water. Wij gebruiken dat om de geplante boompjes water te geven, maar ook vogels, met name duiven maken veel gebruik van het water. En uiteraard de libellen en waterjuffers. We willen dit het reeds uitgediepte stuk nog veel groter maken en uiteindelijk moet al het gegraaf resulteren in een min of meer natuurlijk meertje met een zandbodem en tenminste één oever van natuursteen waarop je kunt zitten en met je voeten in het water bungelen om zo eventuele aligators en piranhas te lokken.

Zoals u begrijpt en leest zijn we erg druk. Zo druk dat we nauwelijks tijd hebben gehad om carnaval te vieren. Op de laatste avond zijn we toch nog even de stad in geweest en hebben een band gezien en de carnavalsprinses. Tijdens het carnaval lijkt Panama heel geëmancipeerd: er is wel een prinses maar een prins is er alleen in naam. Helaas is deze emancipatie nogal oppervlakkig. Zij speelt, voorzover wij weten, verder geen rol van betekenis in de organisatie. De prinses is er vooral om op het podium mooi te zijn en gezoend te worden door artiesten en hoogwaardigheidsbekleders. Op een enorm grote versierde vrachtwagen werd zij tergend langzaam rondgereden door de stad. En ze moest al die tijd (al gauw drie uur) maar blijven heupwiegen. We gaan ervan uit dat de jongedame die tot prinses verkozen wordt, onmiddelijk een rigoreus heupwieg-trainingsprogramma ondergaat om dat allemaal vol te kunnen houden.

zaterdag, maart 03, 2007

Monsteren, meten en bouwen

Naast al dat water geven en grasmaaien, hebben we ook enkele mensen (lees: mannen) tijdelijk ingehuurd om te meten. De architecte vertelde ons dat we, als we boomkruin hoog willen bouwen, we toch echt grondmonsters moesten laten doen om de draagkracht van de grond te meten. Toen het team aankwam vroeg ik mij af waarom de prof twee lijfwachten bij zich had. Dat bleken de boorders te zijn. De boor wordt namelijk met een soort menselijke heimachine tot 4.5 meter de grond in geramd. Dus die mannen staan een paar uurt lang een gewicht van 60 kg op te tillen. We bezitten nu een mooi papier met handtekeningen dat ons vertelt dat de grond een draagvermogen heeft varierend van 7.5 ton tot 28 ton per vierkante meter. Het draagvermogen lijkt afhankelijk te zijn van het vochtgehalte en dat varieert weer met diepte.

http://pg.photos.yahoo.com/ph/loesroos/album?.dir=/6d43re2&.src=ph&.tok=phRdvYGBIPA7HAcB

We hadden zelf met een twee meetpalen en water in een buis al de hoogteverschillen op de helling gemeten waar we de toren in gedachte hadden. Maar eigenlijk moest toch ook de omliggende hoogte duidelijker zijn. Zoals de architecte zei toen ze langs kwam: “Zolang we nog geen fantastische boomkruinen hebben, is ons sterkste punt toch eigenlijk een weids uitzicht... dus hoe hoog is de heuvel aan de overkant en is deze heuvel wel hoog genoeg om daar overheen te kunnen kijken of moeten we enkele tientallen meters naar het zuiden opschuiven...”

Affijn, via de mannen van de universiteit hebben we ook de landmetingen geregeld. We hebben nu van 1.6 ha van ons land alvast een echte hoogtekaart met een hoogtelijn voor elke meter op een schaal van 1:400. Later, als we meer geld hebben en het nodig is, dan zullen we ook de rest van het land op die manier in kaart laten brengen.

Inmiddels hebben we ook een timmerman gevonden, in Mariato. Hij is nu klaar met zijn andere klus en dus beschikbaar om onze “ranchos” te bouwen. We willen ten minste twee platformen op palen met een dak van palm bladeren, maar uiteraard niet zoals ze ze normaal hier bouwen want dat is te klein. We willen op de platformen een tent kwijt en ruimte overhouden voor een veranda met een hangmat. We hebben een grote boodschappenlijst van materiaal en Kees heeft de regio al rondgereden om hout te vinden. Dat is een beetje als in Mozambique: De buurman die bijna iedereen kent nam Kees mee naar iemand die het hout zeker kon zagen. Deze iemand had helaas andere bezigheden maar kende een tweede iemand die het zonder twijfel kon regelen. Die tweede iemand had het graag gedaan, maar zijn zaag was kapot en hij wist niet wanneer hij het reserveonderdeel zou krijgen. Maar dat was geen probleem want hij had een broer die een zwager had wiens aangetrouwde nicht......

Nadat we gestopt waren met het achtervolgen van allerelei obscure familierelaties, hebben we uiteindelijk iemand gevonden in Arenas die het hout aan begin maart komt brengen. Het bestelde hout is van de ‘nispero’ (Manilkara zapota), en uiteindelijk zal het bezorgd worden aan het eind van deze maand. Het verkrijgen van de palmbladeren of wel ‘pencas’ is ook een heel geregel, want niet alle boeren hebben genoeg palmen en bladeren om te verkopen. Het moet ook van het land naar de weg gesleept worden (een blad is toch al gauw vier meter lang) en dan moet het nog naar ons land. We blijken er zo’n 500 nodig te hebben voor de twee ranchos. We hebben besloten om dat het probleem van de timmerman te maken. Die belt ons op als de palmbladeren bij de weg liggen en dan wordt het dus weer even op en neer rijden. Overigens woont de timmerman langs de weg naar ons land, dus elke keer dat we naar Malena gaan, dan vragen we even hoe het ermee staat.