Panamagie

Deze weblog gaat over onze emigratie ervaringen (2006 - 2011). We hebben een herbebossings en toerisme bedrijf. We ontvangen gasten in onze bed en breakfast en bos-tuin. Zie www.hotelheliconiapanama.com Voor de tuin, zie: www.tanagertourism.com Ecotoerisme is belangrijk - ECO betekent voor ons 'Ecological and Community Oriented'. Nieuwe blogs met meer fotos, zie: www.panamagic.wordpress.com Volg ons ook op facebook: Heliconia Inn e-mail naar: tanagertourism@gmail.com

zondag, april 13, 2008

Nummer 100!!!

Nee, niet het honderdste blog, maar we hebben op 5 april wel de honderdste vogelsoort op ons land geregistreerd. En als u weet dat er in heel Nederland in de afgelopen 100 jaar ongeveer 450 soorten zijn gezien, dan snapt u wel dat 100 soorten in anderhalf jaar op 8 hectares bepaald niet gering is.

Nummer honderd was de gestreepte tiran. Het waren er zelfs twee, waarschijnlijk een paartje op doortocht naar Mexico. De gestreepte tiran broedt van Noord-Mexico tot Noord-Argentinië en de vogels die in het noorden en zuiden broeden, komen overwinteren in Centraal Amerika. Gestreepte tirannen eten grote insecten zoals cicaden en wespen, kleine hagedisjes en bessen.

Het aantal vogelsoorten is de afgelopen maanden behoorlijk toegenomen en ik heb in de eerste vier maanden van 2008 meer soorten gezien dan in heel 2007. Niet alleen meer, maar ook andere soorten. Er is een lichte verschuiving te zien naar soorten die je vaker ziet in struikachtige gebieden en open bossen, terwijl soorten die van open grasland houden, zoals de witkaakweidespreeuw schaars worden en verdwijnen (nog wel te zien bij de buren).

Vogels die wat meer geassocieerd zijn met open bossen die altijd aanwezig zijn, zijn o.a. drie soorten winterkoninkjes, een paartje panamagorzen, een paartje gebandeerde mierklauwieren, toviparkietjes en maisparkietjes, temmincks stekelstaartjes, blauwstaartsmaragdkolibries en grijskeelschoffelsnavels. En een paartje tropische schreeuwuiltjes heeft drie kuikens grootgebracht op ons land. We krijgen af en toe bezoek van zwavelborsttoekans, kuiforopendola’s, geelstaarttroepialen en de langsnavelsterkeelkolibrie. Boven ons land vliegen vaak zwarte en kalkoengieren, amerikaanse fregatvogels, vleermuisvalken, grote zwarte buizerds, geelwang- en geelvoorhoofdamazones, soms een witstaartwouw of een kaalkopooievaar en éénmaal een amerikaanse vorkstaartwouw. Voor meer foto´s, kun je terecht op de ´galleries´van onze website (www.tanagertourism.com ).

Wat betreft andere beesten gaat het ook goed. Af en toe struikelen we bijna over de hagedissen. We hebben o.a. groene leguanen en jezusbasilisken (die kunnen over het water rennen). Slangen zien we niet of nauwelijks. Af en toe een katoogslang die het op de kikkers voorzien heeft, maar die wordt niet langer dan een halve meter en niet dikker dan je pink, Ze hebben weliswaar giftanden, maar die staan achterin z´n bek en het gif is zwak. Niet bepaald vergelijkbaar met een anaconda of zwarte mamba. We weten ook vrijwel zeker dat er nog steeds gordeldieren op ons land rondstruinen, maar die zien we nooit. Wel zien we af en toe een eekhoorn en de hond van de buren die in het bouwzand komt graven.


PS voor de fanaten: ik heb de door C.S: Roselaar samengestelde lijst gebruikt voor de Nederlandse namen van de vogels (Geïllustreerde encyclopedie van de vogels, 1991).

Ons Bos

We hebben al een tijdje niks meer laten weten over het wel en wee van het bos dat we aan het planten zijn. Hoogste tijd om u daar weer eens van op de hoogte te stellen. Het gaat behoorlijk goed. Natuurlijk, het gaat niet zo snel als we wel zouden willen, voor de leek lijkt ons land waarschijnlijk nog steeds het meest op een verwaarloosd grasveld. Maar wij, als deskundigen, biologen en eigenaars (en dus wellicht niet helemaal objectief) zien een, weliswaar heel jong, tropisch bos.

We zitten nu aan het einde van de droge tijd en we zien nu al wel dat sommige boompjes het niet gered hebben, maar het lijkt erop dat meer dan 90% het droge seizoen wel overleeft. Het enige patroon dat we tot nu toe zien is dat een boompje dat ons is verkocht als ´Zapote Colombiana´ het bij ons niet doet; acht van de tien zijn al dood. Verder zien we ook dat boompjes die na september gepoot zijn meer moeite hebben met de droge tijd dan boompjes die voor die tijd zijn gepoot. Dat komt vermoedelijk niet door een gebrek aan water, maar door een gebrek aan licht. Het was continue zwaar bewolkt in oktober en november, zodat de boompjes vorig jaar gewoon niet genoeg licht hebben gehad om grote wortels te maken en die diep de grond in te sturen. We gaan dan ook proberen om dit jaar het planten te concentreren in de periode van mei tot begin september.

Bomen die vroeg gepoot zijn, doen het prima. Onze ster is nog steeds een mahonieboom in de Heliconia vallei. Die hebben we gepoot in november 2006 en is nu drie en een halve meter hoog. De meeste Panamabomen en de ‘amarillos’ doen het ook erg goed. Veel ‘amarillos’ zijn in een jaar bijna twee meter hoog geworden. Een verrassend goed groeiende boom is de “Apenborstel” (Peine de Mono) die we laat gepoot hebben, maar die toch op sommige plaatsen al 1 m hoog is geworden. De heliconias (geen bomen overigens) die we vorig jaar gepoot hebben doen het prima. De papagaai-heliconias hebben vrijwel continu gebloeid van mei tot maart.

Verder komt er ook van alles en nog wat op waar we niets gepoot hebben. Maar dat is niet zo heel gevarieerd. Er komen vooral guava-, espavé-, nance- en roble-bomen op. Eén van onze heuvels lijkt wel een guavekwekerij, er staan letterlijk tientallen jonge guaveboompjes. Er zijn ook enkele grotere guave bomen en die dragen vrucht die de plaatselijke jeugd er graag uitplukt.
We hebben dus geen bezwaar tegen al die guaveboompjes, we kunnen daaronder of naast mooi andere boomsoorten poten die van schaduw houden, zoals de cacaobomen die nu al een jaar in potten staan te groeien.

vrijdag, april 04, 2008

Gasten

Jawel, langzaam maar zeker komen de eerste klanten naar ons stukje Panama. We hebben de twee ranchos ingericht met bungalow tenten en de badkamer is klaar (op een deur na maar dat hindert niet). Drie weken geleden hadden we drie Engelse reizigers op bezoek, afgelopen week kwam Norm, onze vriend uit Chiriqui langs met een vriendin. Hij was al eens geweest, maar toen was de badkamer niet klaar. En gedurende het Paasweekeinde zaten we vol! Eerst een onverwacht stel voor een nacht en toen drie gasten: Een Panamese en een Canadese in een tent en een Amerikaan. De laatste kwam speciaal om met Kees naar Cerro Hoya te gaan, op zoek naar de ‘painted parrakeet’, de bruinrugduif en de grote groene ara.

De drie Engelsen waren gemakkelijke klanten. Ze wilden pas ontbijt om een uur of tien ’s morgens, en daar hadden wij voor de zondag geen bezwaar tegen. Kon Kees ook eens uitslapen. Ze waren vooral te spreken over de rust, de sterrenhemel en de openlucht douche.

De douche oogt zowiezo veel bewondering. Er komen de laatste tijd wat meer mensen rondkijken in de omgeving en die stoppen bij ons en ook andere buitenlanders die hier iets aan het ontwikkelen zijn, zijn een keertje langsgekomen. Daar hebben we absoluut geen moeite mee, die lui zitten in een heel ander marktsegment, dus het is niet zo dat ze iets komen afkijken. Ze kunnen zelfs mensen door verwijzen naar ons. Daar komt bij, je moet natuurlijk wel een beetje schildertalent hebben als je walvissen en dolfijnen op je douchemuur wilt.

Al die belangstelling hebben we mede te danken aan Rob van der Merwe die een half jaar stage Tourisme Marketing loopt bij ons. In februari is hij op pad geweest om uit te zoeken hoe de doelgroep in elkaar steekt en hoe we die het beste kunnen bereiken. Daarbij heeft hij waar mogelijk geprobeerd om mensen over te halen ook een paar nachten bij ons te komen logeren. En dat begint dus vruchten af te werpen.

Helaas hebben we de bruinrugduif, grote groene ara en de ´Painted parakeet’ niet gevonden. Maar wel de kleine fuutkoet en de witkruinkolibrie, ook allebei zeldzaam. Onze vogelaar was dan ook best tevreden en wil terugkomen! En ook de Panamese en Canadese dames willen volgend jaar weer bij ons slapen...