Panamagie

Deze weblog gaat over onze emigratie ervaringen (2006 - 2011). We hebben een herbebossings en toerisme bedrijf. We ontvangen gasten in onze bed en breakfast en bos-tuin. Zie www.hotelheliconiapanama.com Voor de tuin, zie: www.tanagertourism.com Ecotoerisme is belangrijk - ECO betekent voor ons 'Ecological and Community Oriented'. Nieuwe blogs met meer fotos, zie: www.panamagic.wordpress.com Volg ons ook op facebook: Heliconia Inn e-mail naar: tanagertourism@gmail.com

zondag, januari 27, 2008

De Darien

Het westen en centrum van Panama zijn tamelijk goed ontwikkeld en uitstekend toegankelijk. Dit in tegenstelling tot het oosten, en dan met name de provincie Darien. De Darien, en vooral het “Darien gat” hebben een bijna mythische klank onder reizigers. De ‘Interamericana’ houdt op in Yaviza om pas 150 km verderop, in Colombia, weer te beginnen. (Eigenlijk is die interamerikaanse weg dus helemaal niet zo interamerikaans.) Die 150 strekkende kilometers worden bedekt door echt onvervalst oerwoud vol met jaguars, harpijarenden, tapirs, mahoniebomen zo groot als vuurtorens en verlaten goudmijnen. Er leven ook nog zo’n 7000 Wounaan Indianen en 12000 Embera Indianen.

Het gebied is vrijwel ontoegankelijk. Niet zozeer omdat wegen ontbreken, maar omdat drugssmokkelaars, de FARC en de Panamese en Colombiaanse (para)militaire eenheden die op de twee voornoemde groepen jagen juist niet ontbreken. Sterker nog, het stikt ervan. En vertegenwoordigers van beide kanten schieten eerst, en blijven schieten tot er niemand meer is om vragen te beantwoorden.

Dat deel van de Darien provincie hebben we dan ook niet bezocht. We zijn ‘slechts’ tot Santa Fé gereisd, net 30 km of zo in de Darien provincie. Om daar te komen moesten we al langs drie politieposten met steeds nerveuzere agenten. Ze zijn bepaald niet blij met touristen die de Darien binnengaan. Want er blijven domme touristen die proberen om het Dariengat over te steken en dan onderweg vermoord worden. Dat ze vermoord worden vindt de politie niet zo erg; wat ze wel erg vinden is dat ze dan hun eigen leven moeten riskeren om die tourist, of wat er van over is, te gaan zoeken.

Maar Santa Fé en omgeving is rustig, veilig en erg interessant. Iets ten westen van Santa Fé ligt het dorpje Arimae. De inwoners daarvan hebben nog zo’n 6000 hectare primair bos over van de 40,000 die ze eerst hadden. De overige 34,000 is ingepikt en veelal ontbost door immigranten uit andere provincies van Panama. In het overgebleven bos leven echter nog wel een paar harpijarenden. Ik heb het nest gezien en de harpijarend gehoord, maar nog niet gezien. Het oerwoud is wel mooi, maar niet echt primair meer, want ook hier zijn de grootste hardhoutbomen eruit gehakt zijn.

De gemeenschap van Arimae bestaat uit Wounaan en vooral Embera indianen. Terwijl Kees samen met onze begeleiders, twee ex-vrijwilligers van de Peace Corps, en de lokale gids naar de harpijarenden zochten, bleef Loes bij de vrouwengroep in Arimae om over toerisme te praten en mogelijke samenwerking. Het dorp heeft met financiele hulp van USAID een rustieke accommodatie gebouwd (twee kamers) en een winkeltje waar zij hun kunst en nijverheid verkopen. De accommodatie loopt nog niet echt, maar er zijn Indianen die in de buurt van het kanaal wonen en allang geen kunst meer maken die dat hier komen kopen om door te verkopen aan de toeristen daar. De dames maken ook niet alles zelf, ze verkopen soms ook voor Indianen die echt nog diep in the woud wonen. Loes kreeg een demonstratie van manden maken. De jongere dames geven de voorkeur aan de moderne geweefde manden, maar ze kleuren nog wel alles zelf met verschillende plantensappen. De oudere dames weven andere soorten manden met andere delen van eenzelfde palm. Beide methoden lijken erg op hoe er in Zuidelijk Afrika geweven wordt. De “moderne” manden methode hadden ze geleerd op een cursus van een ontwikkelingsorganisatie... Denk niet dat je altijd traditie koopt!

Met zijn allen zijn we naar Puerto Lara geweest. Dat ligt een half uur van Santa Fé. Een half uur met de boot langs hoge mangrove bomen. Puerto Lara ligt aan een rivier en wordt bewoond door Wounaan indianen die nog vrij traditioneel leven. De Wounaan zijn in Panama erg bekend door hun Tagua carvings. Tagua is een palm noot die bijna zo hard is als ivoor.

Als je, zoals wij, aangekondigd bent, dan word je ontvangen door een groep Wounaan indianen die zich beschilderd hebben met Jagua (spreek uit: Gagua). De Jagua is een fruit met paars sap dat op het lichaam een ‘tatoeage’ oplevert die ongeveer tien dagen zichtbaar blijft. Het is een mooi gezicht, maar je voelt je als man toch wat gegeneerd om de beschilderingen op de halfnaakte dames de aandacht te geven die die beschilderingen eigenlijk wel verdienen.
Deze gemeenschap en die van Arimae willen graag meer toeristen ontvangen om hen deelgenoot te maken van hun tradities en leefwijzen en hoopt dat wij hen daarbij kunnen helpen dus als je interesse hebt dan organiseren wij deze toer.

maandag, januari 07, 2008

Dammetje bouwen

Toen we trouwden was ik er al voor gewaarschuwd, Kees heeft iets met vissen en water en zo. Toendertijd hadden we aquaria en een paludarium, nu hebben we acht hectare grond in een potentieel tropisch bos. En er is water. En daar kun je een of meerdere dammetjes in bouwen, net als vroeger op vakantie in Frankrijk...

Het is ook nu een uiterst serieuze aangelegenheid want onze geboorde waterput heeft niet genoeg water voor een electrische pomp (zie blog over pech). We moeten water verzamelen in een land waar water in eerste instantie niet zo schaars lijkt. We hebben de uit Afrika meegenomen literatuur er op nageslagen en besloten dat de dam zonder cement gebouwd moet worden met “gabionnen”. Een gabion is een soort doos van gaas (dat stevige met ruitvormige openingen) waar je ter plekke stenen in legt. Vele dozen samen maken een dam die stevig ligt, maar toch ook enigszins flexibel is!

We waren amper een dag terug in Mariato en we stelden het ophangen van schappen in ons nieuwe huis nog even uit en gingen weer naar het land. Kees had ons stroompje al uitvoerig bestudeerd en de plaats uitgezocht waar de dam het beste geplaatst zou kunnen worden. Hij begon ijverig met het graven!

Op de dinsdag in Santiago kochten we 30 meter van het hekwerk gaas (ze deden niet minder!).
En omdat we woensdag toch zand moesten halen op het strand (met vergunning, Playa Reina) konden we ook wat stenen meenemen, voor de dam. We waren dinsdag nog even langs gegaan bij onze gebruikelijke panamese hulptroepen, maar die bleken allemaal niet in de buurt te zijn.
En dus gingen wij op woensdag 19 december met zijn tweeën met een schep en een emmer naar het strand, om ongeveer een halve kubieke meter zand en een kwart kubieke meter grote ronde stenen in de auto te laden. Dat hebben we dus zes keer gedaan. Sta er maar even bij stil, het is reuze zwaar werk, vooral omdat na het in de auto scheppen, alles er ook weer uit moet – in de tuin bij het huis. En bovendien lagen de mooiste en grootste stenen steeds verder weg...

En u voelt het inmiddels al aan, al dat materiaal moet ook nog richting de plek van de dam versleept worden. Onze hulptroepen waren nog steeds niet terug, maar we vonden twee andere Panamezen bereid om nog wat extra geld te verdienen voor de Kerst. Omdat we toch zo heel veel gaas hadden leek het beter om gewoon een heel lange gabion te maken als basis. Die hebben we vervolgens zelf versleept naar de plek alwaar deze perfect paste (het gaas geeft een beetje mee).

En vervolgens is Kees bezig geweest met vullen. Dat moet uiteraard met beleid. Eerst grote en zo plat mogelijke stenen op de bodem en langs de randen. Dan het centrum vullen met grote stenen en grind en het geheel afdekken met grote platte stenen. Tot slot kan de gabion ‘dichtgenaaid’ worden met ijzerdraad. Daarna moet er nog grind en grof zand tegenaan en overheen gegooid worden om de dam min of meer waterdicht te maken. En uiteraard hebben we er een buis ingepast zodat we het stuwmeer leeg kunnen laten lopen als dat nodig mocht zijn.

Het water is gestegen van enkeldiep tot bijna kniediep (en Kees heeft lange benen)! De bedoeling is dat er straks (over een maand of twee of zo) gabions achter en op de eerste komen te liggen, zodat het waterniveau verder opgekrikt kan worden.