Panamagie

Deze weblog gaat over onze emigratie ervaringen (2006 - 2011). We hebben een herbebossings en toerisme bedrijf. We ontvangen gasten in onze bed en breakfast en bos-tuin. Zie www.hotelheliconiapanama.com Voor de tuin, zie: www.tanagertourism.com Ecotoerisme is belangrijk - ECO betekent voor ons 'Ecological and Community Oriented'. Nieuwe blogs met meer fotos, zie: www.panamagic.wordpress.com Volg ons ook op facebook: Heliconia Inn e-mail naar: tanagertourism@gmail.com

vrijdag, september 29, 2006

Bouwplannen...

De mensen die ons langer dan vandaag kennen weten dat wij in Mozambique een huis gebouwd hebben/laten bouwen. Dat heeft toen 13 maanden geduurd en toen hebben we de bouwer eruit gegooid en het langzaam afgemaakt, met een nieuw dak enzo... Het huis is overigens te koop!

Deze week is dan eindelijk na ruim twee en een halve maand onze bankrekening in Panama geopend! Alle goedkeuringen zijn er en de overboeking vanuit NL is in gang gezet, dus nu zijn we dus bijna, echt bijna, de eigenaren van een stuk land waar we op zullen moeten gaan bouwen... Met onze Mozambique ervaring in het achterhoofd zijn we op het ergste voorbereid, maar we kijken goed rond hier.

Zo waren we in Chiriqui een leuk stel Amerikanen tegengekomen die ook al een huis aan het bouwen waren in Barqueta. We werden uitgenodigd om het te bekijken en het viel ons op dat bouwers hier in elk geval mooie trappen kunnen bouwen! Dit echtpaar was erg tevreden met hun Panamese bouwer en volgens hen kostte het minder dan 300 USD/m2.
Een ander stel in Chiriqui heeft ons ook hun huis in aanbouw laten zien. Dat was qualitatief ook goed, maar zij waren iets minder tevreden en toe aan hun tweede Amerikaanse bouwer... zij hadden het over een prijs die twee keer zo hoog lag maar of dat echt waar is?

Affijn, we hebben ook inmiddels twee architecten leren kennen en hen beiden een panorama foto van het terrein laten zien en een ruwe schatting van de hoogtelijnen. Eentje wilde wel langs komen om het terrein zien – zonder daarvoor kosten te rekenen (als wij voor vervoer en eten zorgden). Hij kwam met enkele schetsen gebaseerd op onze eigen voorstellen met interessante variaties. Alleen, helaas als puntje bij paaltje komt dan is het voor zo’n architect alleen de moeite waard als hij het hele terrein en alle toekomstige bebouwing kan ontwerpen en niet toevallig alleen onze eerst fase: een accommodatie toren (4 dubbele kamers) en observatie toren (voor vogels en boomkruinen)...
Want zij vragen voor het eerste plan en de gedetailleerde plannen een percentage en als wij niet te duur willen bouwen dan verdienen zij eigenlijk niet genoeg – vinden ze. Nou dan niet.

De andere architect is een dame, Almyr, die eigenlijk vooral ander werk doet. Zij nam ons mee op bezoek bij een erg interessant Panamees stel die beiden architect zijn. Het huis waar zij in wonen hebben ze zelf onworpen en gebouwd van hergebruikt materiaal. Het onwerp is gebaseerd op een systeem van pilaren en verdiepingen, tot wel vier hoog en dat zouden wij dus kunnen toepassen. Hij heeft het bedacht en het is een goedkoop en flexibel systeem. De architect geeft overigens les op de universiteit (architectuur) en is al eens tot beste Panamese architect uitgeroepen.

Het is ook een practische man. Hij werkt het liefst met beton, aluminium en andere matterialen die weinig onderhoud vergen. Toen we het hadden over het idee van de andere architect om een boom in het huis te zetten, riep hij meteen dat dat geen goed idee was. Bomen bewegen in de wind, laten takken en bladeren vallen en wortels en takken groeien precies daar waar je ze niet wilt hebben. Het is een mooi plan, maar alleen uitvoerbaar als je veel meer geld hebt dan wij.

Het is lastig uitleggen, maar het huis, of liever de verschillende huizen, hadden erg veel sfeer. Dat komt deels ook omdat door het hele huis een thema liep van natuur. Om een voorbeeld te geven: oude tegel stukjes werden gebrekt als mozaiek. In de kelder verbeeldden die mozaieken grondlagen, daarboven water, daar weer boven bomen en dieren. De metalen tralies die voor veiligheid voor ramen zitten waren allemaal vogels of insecten of planten, en ook voor versieringen op het balkon. Een heus canopy balkon want de achtertuin was een jungle die ze zelf geplant hadden langer geleden... er was zelfs een luiaard!

Almyr heeft hopelijk goed naar ons geluisterd en probeert wat voor ons te bedenken dat gebaseerd is op het pilaren systeem, maar alleen alles ietsje hoger (Kees moest te vaak bukken) en wijdser (dat betekent iets zwaardere pilaren, of pilaren met dikker ijzer...)
We houden iedereen op de hoogte.

Sommige mensen hebben in het Yahoo photo album een fantastische (...) roze keuken gezien. Dat is het huis dat min of meer bij het terrein behoort, maar apart getiteld is en in dit geval moeten we de erfrechten kopen. Dat is een wat langer durend proces (ongeveer 6 maanden) maar dan zal het ook verbouwd moeten worden. Misschien dat het in eerste instantie vooral geverfd wordt.

zaterdag, september 23, 2006

Apen en schildpadden in Chiriqui

We zijn de afgelopen weken weer een beetje rond wezen kijken in de omgeving, dat wil zeggen, we zijn naar Chiriqui provincie geweest. Vanwege onze activiteiten met de Apenheul en de Summit Gardens, zijn we ook in contact gekomen met de NGO CREA (http://www.crea.org/) en met Susan en David Waligoora. De laatste twee zijn Amerikanen die een huis bouwen in Barqueta (aan de Pacifische kust, direct ten zuiden van David). Vlakbij die lokatie ligt een wildreservaat waar nog doodshoofdaapjes voorkomen. En zowel De Apenheul, Summit Gardens als CREA zijn geïnteresseerd in de bescherming van die aapjes. Volgens David en Susan is het niet al te best gesteld met de bescherming van dat wildreservaat. Wij zijn dus een keertje gaan kijken in de buurt om te zien wat er aan de hand is en of daar een projectvoorstel voor te schrijven valt en of we daar eventueel touristen heen kunnen brengen.

Dat laatste zal voorlopig nog wel niet gebeuren, de keuze is nu tussen een hotel a 125 USD per nacht of een kamertje bij het lokale strand bar/restaurant zonder muskietennet en een gemeenschappelijk en niet zo schoon douchehok en wc. De zandvliegen en muskieten zijn actief van 4 uur ‘s middags tot 9 uur ‘s ochtends, dus je bent vrijwel constant aan het smeren met repellent. Maar de mensen zijn heel aardig en doen ook aan het beschermen van eieren van zeeschildpadden. Het nadeel is dat ze soms een hele dag extra wachten zodat ze twee uitgekomen nesten tegelijkertijd kunnen vrijlaten onder het toeziend oog van lokale schoolkinderen. Het oudste nest leek ons enigszins gedehydrateerd en gedesorienteerd... We denken en hopen dat ze het in Malena allemaal wat professioneler aanpakken!

Het reservaat is eigenlijk de enige touristische attractie in de buurt want het strand is niet echt geweldig. Veel zand, dat wel, maar ook een sterke branding; te sterk om prettig en veilig te zwemmen en te dicht bij de kust om te kunnen surfen. Het reservaat is op dit moment enigszins ontoegankelijk. Er is één pad gecreëerd door het mangrovebos dat je in 10 minuten kunt bewandelen als je stevig doorstapt. En zelfs als je, zoals Kees, stilstaat voor elk klein bruin vogeltje, ben je nog in een uur klaar. Alles bij elkaar kostte het ons meer tijd om dit goed verstopte pad te vinden dan om het te bewandelen!

De eerste dag konden we het hele pad niet vinden, en dus werden we ’s middags meegenomen door enkele heren van het restaurant die de vis gingen schoonmaken in een heel ander stuk bos waar volgens hen altijd apen zaten, ook de doodshoofdaapjes. Na een uur wandelen hebben we wel brulapen gezien en gehoord, maar niet die “gele aapjes”.

Om de doodshoofdaapjes te zien, moet je eigenlijk met een boot naar een eiland. Ons is dat niet gelukt in de twee dagen dat we er waren. Het was niet gemakkelijk om de enige parkwachter te vinden en die had het druk met andere zaken. Hij patrouilleerd het strand voor schildpadnesten met een auto. Hoewel we duidelijk om een trip naar dat speciale eiland hadden gevraagd bleek hij dat de volgende dag toch ‘misverstaan’ te hebben als een verzoek om het bovenvermelde korte pad te zien (dat wij eerder niet konden vinden). Onder het excuus dat het ook op een soort eiland ligt, tussen ondergelopen mangrove boskreekjes...

Desalnietemin heeft Kees gelukkig wel een heel bijzondere lifer gescoord, een witte... (de geelsnavelcotinga, Carpodectus antoniae)

dinsdag, september 19, 2006

Opruimen

We zijn gearriveerd in Panama met twee laptops en een draagbare harde schijf, samen goed voor 160 Gb. Op de oudste –ruim vijf jaar- laptop stond alle info van onze oude desktop en ons leven in Mozambique. Deze oude laptop liet gelukkig ruim van te voren merken dattie de geest ging geven, dus hadden we alvast de map ‘Mijn bestanden’ naar de draagbare harde schijf gekopieerd (en toen-ie het echt begaf hebben we de laptop met liefde aan het museum van prehistorische kantoormaterialen gedoneerd).

Op deze manier waren onze harde schijven behoorlijk vol gelopen en daarom besloot ik afgelopen week om eens te kijken of er misschien het een en ander opgeruimd kon worden. Ik ging eerst eens kijken of er hier en daar misschien bestanden dubbel op die draagbare schijf stonden. Want we hadden dus nog al eens een ‘back-up’ gemaakt van de verschillende oude computers. Hieronder volgt in vogelvlucht wat ik zoal tegenkwam:

In de map ‘back-up laptop 1’ kwam ik een bestand ‘Kees werk’ tegen. Daarin stonden de bestanden FAO1, FAO2 en FAO3 (ik heb drie lange contracten met de Fao gehad). In alledrie die mappen kwam ik de Map ‘Proagri 2’ 34 MB groot tegen. Ook stonden in elke map de rapporten van Carol Djeddah en Paulo Israel. Goed, twee kopiën van elk konden er meteen weg. Ook hadden we een bestand aangelegd met alle informatie die we over Mozambique hadden verzameld op de bestaande laptop. Daaronder vond ik o.a. de map ‘Proagri 2’ en de rapporten van Israels en Djeddah.

Onder de map ‘back up laptop 1’ stond ook een map ‘back-up desktop’. In die map bevond zich en map getiteld ‘Werk kees’ met daarin, jawel, de mappen FAO 1, 2 en 3, elk weer met hun eigen map ‘Proagri2’ en kopien van de rapporten van Djeddah en Israel. Ook vond ik een map ‘data Mozambique’ met daarin een map getiteld ‘Proagri 2’.

De draagbare schijf had ook een map met de titel Mozambique, met, ik val in herhaling, daarin de map ‘Werk Kees’ waarin, u raadt het al: de mappen FAO 1, 2 en 3 elk weer met hun eigen map ‘Proagri2’ en hun eigen kopiën van de rapporten van Israel en Djeddah. Ook vond ik in deze Mozambique map nog een map getiteld ‘Data Mozambique’ met dáárin weer een map ‘Proagri 2’, en een map getiteld OVC en Aids met daarin, de slimme lezertjes raden het al, de rapporten van Israel en Djeddah.

De draagbare schijf bevatte dus 12 kopiën van de map ‘Proagri 2’. Nu gaat het hier wel om de landbouwstrategie van Mozambique voor de komende vijf jaar, dus het is een belangrijk document, maar ik geef toe dat 12 kopiën misschien wat teveel van het goede was. En Loes vertelde me zojuist dat zij ook in haar werkmappen nog enkele kopien heeft van Proagri 2, maar gelukkig niet van Israel en Djeddah!

maandag, september 11, 2006

Op Reis

Een van de voordelen van werkzaamheden in de tourismesector is dat je dingen mag doen voor je werk die anderen doen in hun vakantie. Zo zijn we bezig om te kijken met wie we kunnen samenwerken. Daarbij hebben we een voorkeur voor kleinere activiteiten die worden uitgevoerd door de inwoners van de streek. In het kader hiervan zijn we afgelopen week op bezoek geweest op het ‘Isla Gobernadora’.

Isla Gobernadora is een eiland dat ligt aan de westkant van de Golf van Monijo, vlak bij Santa Catalina (dat alweer op het vasteland ligt). Op Isla Gobernadora is een kleine toeristenassociatie die steun krijgt van het Peacecorps. Alles is klaar, maar er komen geen klanten want weinig mensen weten van hun activiteiten en bestaan af. De associatie heeft niet het kapitaal om de boot naar Santa Catalina te sturen, waar veel toeristen komen, in de hoop om er een aantal naar Isla Gobernadora te lokken. Bovendien is er niemand die genoeg Engels spreekt en de touristen spreken geen Spaans, dus dan valt het lokken niet mee. (Misschien kunnen ze het met snoepjes proberen?).

We kunnen jullie nu uit eigen ervaring vertellen dat het de moeite waard is om naar Isla Gobernadora te gaan. Het is een tamelijk typisch tropisch eiland met kokospalmen, vissersboten, verlaten stranden, wat oerwoud en één telefoon die regelmatig kapot is. De mensen zijn erg vriendelijk en leven van dag tot dag. Veel bewoners hebben de landbouw ingeruild voor de visserij om dat je dan alleen hoeft te werken als je geld nodig hebt en het werk is ook niet zo zwaar. Het is dus een uitstekende plek om in een hangmat te liggen en te onthaasten.

Een tweepersoonskamer bij Mario kost zeven dollar (speciale aanbieding) en het enige functionele restaurant serveert een maal (vis of kip) voor anderhalve dollar. Als je (gekweekte) leguaan wilt eten, ben je natuurlijk(?) meer kwijt, maar deze delicatesse is toch maar te krijgen op dit afgelegen eiland. Ondanks relatief duur boot vervoer hoeft het verder dus niet veel te kosten als je eenmaal op Gobernadora bent. Maar als niemand weet ervan weet, komt er ook niemand. Want hoewel veel budget-toeristen roepen dat ze onafhankelijk zijn, komen ze niet op het idee om een bootje huren om eens te gaan kijken op een eilandje dat vlak voor hun neus ligt, maar volgen slaafs hun reisgids.

Dat is uiteraard een probleem dat wij straks ook moeten oplossen, Hoe krijgen wij klanten zonder te hoeven wachten tot we in de volgende editie van Lonely Planet en soortgelijke gidsen genoemd worden? Daar hebben we (o.a.) het volgende op bedacht: Omdat er al veel toeristen komen in Santa Catalina, gaan we transport regelen van Santa Catalina via Isla Gobernadora naar Malena en vice versa. Op die manier kunnen toeristen de golf van Montijo zien en hoeven ze niet via dezelfde route met de minibussen van en naar Santa Catalina via Sona. We willen twee keer per week op en neer varen; toeristen kunnen afstappen op Isla Gobernadora voor een paar dagen, of direct door naar de andere kant, naar ons dus ...