Land
We zijn de afgelopen week opnieuw naar Veraguas provincie gereisd. Opnieuw omdat we er in januari en februari ook al hadden rondgekeken naar stukken land die te koop waren. Toen lag uiteindelijk onze aandacht vooral in Morillo. Het strand van Morillo is goed voor surfen en zwemmen – weinig rotsen. Maar stukken land aan de kust zijn relatief duur (prijs per meter i.p.v. per hectare) en de wet met betrekking tot de eerste 200 m vanaf de hoge vloedlijn was net veranderd, wat betekende dat veel mensen net bezig waren hun pachtovereenkomst om te zetten in een eigendomsbewijs. Land met een titel, zonder schulden en geregistreerd conform de wetten is niet echt eenvoudig omdat verschillende stukken land –afhankelijk van het beoogde gebruik- met de goedkeuring van verschillende ministeries te maken had en heeft, en veel boeren hebben niet de moeite genomen om vervolgens ook door de papiermolen van de nationale land registratie te gaan.
Het stuk land in Morillo, 3.5 ha in twee gedeelten met mangrove bos en strand, zou $250,000 of meer moeten kosten. Een ander stuk van 47 ha met veel ontboste helling en minder strand zou $750,000 moeten kosten. Geen van beiden stukken land heeft een directe toegang en ook electriciteit is niet erg dichtbij. Morillo is een gebied en niet een dorp en er is geen winkel en zelfs geen bar. Dat betekent dat ook de aanleg van wegen, electriciteit en telefoon duur zal zijn.
Affijn, we hebben nog eens goed nagedacht en besloten dat ons geld meer waard is als we een stuk land kopen dat niet aan zee, maar wel dicht bij zee licht. Uitzicht op zee is ook wat waard. Een wat vreemde jongeman benaderde ons en vertelde dat hij en zijn vader (zou de vader het weten?) land te koop hebben in de bergen, nog bebost en al. 170 of 180 ha...voor $500 of minder (‘negociavel’) en het zou ‘slechts’ een uur lopen zijn vanaf de weg... (er is een weg naar het land, maar daar had je 4x4 voor nodig en die hebben we niet) Het leek wel aantrekkelijk, dus we wilden het wel zien.
Het was nogal warm en Kees ging met de jongeman vooruit, terwijl ik (Loes) en Rodrigo (een vriend met auto) even ergens bij een huis een fles water gingen regelen. Toen Rodrigo en ik terugkwamen bij het hek was Kees al niet meer te zien. We gingen hek door, tussen prikkeldraad door en de heuvel op. Na na een half uurtje aan de top gekomen te zijn zag ik Kees in de verte op een andere heuvel, en onze heuvel hield op. Wij hadden de verkeerde heuvel genomen. Kees leek nog een heel stuk te gaan te hebben. Wij zagen de wolken naderen en besloten alvast terug te keren na de auto. Kletsnat, maar je droogt ook weer redelijk snel. Kees en Abran (of hoe ie ook heten mocht) keerden ongeveer een uur later terug, ook kletsnat, want het regende in het dal. Kees had ruim een uur omhoog gelopen in een stevige pas en ze hadden het terrein niet gehaald, want dat zou nog wel ruim een half uur zijn en een terrein dat zo moeizaam te bereiken is... lastig hoor, want de uitzichten waren prachtig – ook vanaf de heuvel die dichterbij is (we hebben nog geen nieuwe camera gekocht dus helaas nog geen foto’s).
We hebben ook nog een ander interssant stuk land bekeken in de stromende regen. We zijn volgens onze moeders en oma’s tenslotte niet gemaakt van suiker. Dat klopt, maar het was toch wel erg prettig dat we ons na afloop konden wassen, afdrogen en onze kleren even in de centrifuge konden gooien bij een vriend van de eigenaar van het terrein. Maar in de regen of bewolkt weer dit soort wandelingen doen is een stuk beter dan in de zon, want dan word je kletsnat van je eigen zweet.
Anyway, het stuk land ligt in de buurt van een dorpje dat ongeveer 135 zielen telt. Er is een complete lagere school met wel 25 leerlingen in totaal! Er stoppen bussen 4x per dag ... Het heeft twee kleine winkeltjes, waarvan een ook als restaurantje dient, maar ze hebben niet altijd eten. Dat moet je waarschijnlijk enkele uren van te voren even melden. Ze verkopen er geen alcohol, want de meeste mensen zijn evangelistisch en dan mag dat blijkbaar niet. De mensen leiden daar nog een heel sober bestaan (sorry, dit konden we niet weerstaan). Maar er gaan geruchten dat ze het niet al te nauw nemen met dat verbod en af en toe naar het volgende dorp gaan om één of twee-en-twintig pilsjes te drinken.
Het leukste aan het dorp is de vereniging ter bescherming van de zeeschildpadden en die zijn bezig om een concessie aan te vragen voor het strand (100 m van het restaurantje). Ze krijgen daarbij hulp van het Amerikaanse Peace Corps. De eerste vrijwilliger is net weg en de nieuwe is nog in Panama. Het is erg gemakkelijk om boten (van het type ‘lancha’) te lanceren van het strand en varen naar Cebaco eiland duurt, met een motor van 40 Pk, ongeveer 20 minuten. Er is zelfs een erg vriendelijke lokale botenbouwer.
We gaan nu even niet in op de details er zijn meer mensen in Panama op zoek naar land en we weten niet wie er allemaal meelezen –dit is internet en we zijn wantrouwend-, maar verklappen dat onze advocaat bezig is met het verifieren van papieren voor land! Spannend!